woensdag 1 juni 2022

2022 Deelnemers gezocht aan Westerdijk zeeschouwen eskader 27-28 aug 2022

 Het blog en het emailadres van het Westerdijk Zeeschouwen Contact is er nog wel, maar wordt erg weinig mee gedaan door persoonlijke omstandigheden gerelateerd aan gezondheid, zowel bij ons, eigenaren van Weerlicht, als bij Carla en Otto, eigenaren van de Fordivedaesje. Het leidt onze aandacht wat af.

Desalniettemin houd ik, Els, de Westerdijk zeeschouwen nog wel wat in de gaten via de bestaande Facebook pagina "Zeeschouwen" en probeer de eigenaarswisselingen, restauraties, bootnaamveranderingen e.d. van Westerdijk zeeschouwen, die daar ook af en toe op voorkomen tussen allerhande andere zeeschouwen van diverse afkomst en bouwers, wat bij te houden in ons eigen archief. 

Onlangs kwam er een verzoek vanuit Oudega, daar wordt 27-28 augustus van dit jaar een 50 jarig jubileumevenement voor Rond- en Platbodems georganiseerd, waar Westerdijk eigenaren destijds de basis voor hebben gelegd. Zie folderRonde-enplatbodems2022.pdf

In de Spiegel der Zeilvaart heeft ook een aankondiging gestaan.

De organisatie hoopt dat er onder de deelnemers genoeg Westerdijk zeeschouwen zullen zijn om een apart eskader te vormen. Neem contact op met de organisatie: Koninklijke Zeilvereniging Oostergoo, Commissie Rond en Plat Dragten Wijde Ee

Commissielid Klaas Michiel Elema verzocht ons hieraan enige bekendheid te geven. Wat ik van harte doe omdat vijftig jaar geleden op initiatief van een aantal enthousiaste Westerdijk Zeeschouw schippers voor het eerst een wedstrijd georganiseerd is op de Wijde Ee bij Drachten. Nadat de schepen klaar waren vonden ze het tijd worden om zich met elkaar in wedstrijdverband te meten. Daar kan ik me van alles bij voorstellen.

Het evenement is nadien uitgegroeid tot een jaarlijks terugkerend evenement waar zo'n veertig schepen aan deelnemen. Schouwen, Jollen, Bollen, Boeiers, Tjotters, Friese Jachten treffen elkaar in Oudega (Smallingerland). 

Het is daarmee een staal en hout evenement geworden waar naast de 3 wedstrijden die gevaren worden het ook altijd een erg gezellige ontmoeting met een reuniekarakter is geworden. 

Voor dit specifieke jubileumevenement zouden wij het fantastisch vinden als er een eskader Westerdijk Zeeschouwen zou deelnemen. Westerdijk Zeeschouwen van het eerste uur waren o.a. de Argenteus, de Catharina Johannes, De Rana Ripens, Fordivedaesje, De Walvisch. Zo maar een paar namen die mij te binnen schieten en die volgens mij ooit ook hebben meegedaan.

Bent u geïnteresseerd dan nodigen wij u van harte uit om deel te nemen in het laatste weekend van augustus. 

Mocht u meer informatie willen hebben dan kunt u mij via email en telefoon bereiken.

Met vriendelijke groet, 

Namens de Commissie Rond en Plat

Klaas Michiel Elema

k.m.elema@gmail.com

 


dinsdag 2 februari 2021

2020 Terugblik door Luuk en Els

!e zeildag Lauwersmeer 2020 Foto: Jelle v Roon

Tropisch, jachthaven Schier

Lekker Corona-veilig aan boord genieten

Dochter Joske gaat soms dag mee


Ochtendstond, de Hon oostpunt Ameland

(De foto’s lukt even niet om ze op goede plek te krijgen )

Het is al knap lang geleden dat we iets schreven op dit blog. Deels kwam dit door gebruik van Facebook. Vanaf ergens in de loop van het vorig jaar en ook in 2020 kwam er van alles tussen, en is er van alles gebeurd:

Dit jaar Corona, en in het voorjaar'20 door hartfalen bij Luuk, half oktober implantatie van een nieuwe pacemaker met nog een extra draad, die de oorzaak van dat hartfalen moest opheffen (en dat ook deed). Daardoor weer een periode met bewegingsbeperkingen.

 Gelukkig was met de cardioloog in het begin van de zomer afgesproken dat we de zomer (en de Coronadruk in het ziekenhuis) konden overbruggen met plaspillen, die het hartfalen aardig compenseerden.

En zo heeft het ook gewerkt: Els en ik voelden ons bevoorrechte mensen in die Coronatijd. Wij konden mooi op de boot terecht, aanvankelijk in de loods in de stad voor onderhoud, wat nu ook wel een prettige afwisseling was. En later varend op een steeds meer toegankelijk vaargebied naarmate de beperkingen van bruggen en sluizen op het Reitdiep en Lauwersmeer opgeheven werden. En al gauw konden we ook weer in de haven van ons geliefde Schiermonnikoog terecht, ondanks de vanwege Corona beperkte capaciteit.

Aanvankelijk afwisselend bij huis, waar in de tuin ook de bloemen nog mooier bloeiden dan ooit, en naar de boot. Half juli zijn we vertrokken voor een langere vaartocht, naar het Duitse Juist, en vervolgens toch weer, via Delfzijl naar onze werf in de stad Groningen, het Reitdiep en Lauwersmeer naar de Wadden. Met zwakke oostenwind westwaarts, ’s nachts ankerend en droogvallend op het Wad, op afgelegen plekken, zoals west van Engelsmanplaat in het zicht van honderden zeehonden en bij De Hon, oostpunt Ameland. Het was bijna windstil en tropisch weer. Dagelijks meerdere onderdompelingen in het water. En prachtige zonsondergangen en –opkomsten.

Drooggevallen op het Groene Strand bij Terschelling (wij waren goed bevoorraad en hadden dagenlang geen havens nodig, zo ook geen last van de Corona beperkingen en risico’s, wel van de enorme hekgolven van de veerboten, die op het Groen Strand als een branding op ons af kwamen).


Vervolgens het IJsselmeer op, ankeren bij Makkum en bij Stavoren en tochtjes naar vogeleiland de Kreupel (in de buurt van Medemblik) met prachtig, heet zeildobberweer. En ook weer regelmatig het water in natuurlijk.

Bij de laatste, fraaie, ankeravond bij Stavoren ging er ’s nachts iets flink mis. In een daar niet verwachte enorme bui met plotseling draaiende harde wind, dikke regen en een intensief onweer, ging het anker krabben, en raakten wij voor we er iets aan konden doen in de golven beukend op de basaltdijk bij Stavoren. Omdat we er zo niet op eigen kracht weg konden komen heb ik via Den Helder Rescue om hulp gevraagd. Echter, voordat de reddingboot van Hindelopen er was draaide plotseling de wind (of viel weg) en konden we op eigen kracht weg komen. In het stikdonker, dankzij het licht van de bliksem om een paar andere voor anker liggende schepen heen, vonden we in de haven van Stavoren een plek naast een vissersboot. De reddingbootlieden kwamen toch nog kijken, een opstapper stelde vast dat wij zelf rustig en in orde waren, en dat de boot niet lek was.

Om een lang verhaal kort te maken: onze boot heeft flinke verfschade op het onderwaterschip, en een gekartelde schroef, en wordt in de winterperiode gerepareerd bij No Limits Ships in de stad Groningen.

 

Zoals vooraf al het plan was zijn we na Stavoren binnendoor teruggevaren naar het Lauwersmeer en onze jachthaven in Lauwersoog. In Friesland hebben we nog wel een avontuur met natuurgeweld beleefd maar dan overdag en goed vastliggend. Al met al hadden we nog een prettig zeil- en vaarseizoen, met onder andere meerdere bezoekjes aan Schiermonnikoog.

Zo zijn we de Corona zomer heel prettig en vol afwisseling doorgekomen.

Begin oktober over Lauwersmeer zeilend, bij Garnwerd aan Zee de zeilen eraf en de mast gestreken. Dit jaar voeren we door een dikke groene algensoep over het van Starkenborgh kanaal weer naar Stad.


Daarna boot in de loods, flink in de tuin bezig, en volgens plan is er op 14 oktober een nieuwe pacemaker bij mij geplaatst (met 2 draden naar de hartkamers in plaats van 1), die inderdaad het hartfalen ophief. Maar dus wel wéér 6 weken lang bewegingsbeperkingen.

 

Inmiddels kwam december al in zicht. Dat werd een maand waar we mooie plannen voor en hoge verwachtingen van hadden, maar dat liep totaal anders, met de gevolgen nog tot op de dag van vandaag.

Tot zover Luuk

Vervolg Els:

Op de laatste geplande en door Coronaregels afgeblazen gymles in december’20 vertoefde ik met Luuk al een dag op Texel. In een 10 p huis, om die week, in gevarieerde gezelschappen, ons 50 jarig huwelijk te vieren (vrijdag 18 dec). Onze kinders en kleinkinderen zouden die vrijdag- maandag komen, begin van hun kerstvakantie.

Vanwege de Coronaregels waren de, begin 2020 al bedachte, ‘gevarieerde groepjes meevierders’ al uitgedund en ietwat gewijzigd. Geen nood, safety first, niemand wil iemand opzadelen met Corona. Laat staan de oorzaak ervan zijn dat iemand in het toch al overbelaste ziekenhuis belandt.

En toch gebeurde dat laatste. Luuk belandde daags voor onze trouwdag met spoed in het ziekenhuis. Niet met Corona, wel met een kennelijk gevaarlijke bacterie in de bloedbaan. Symptoom: opeens een zeer pijnlijke gezwollen voet waarop hij niet meer kon staan. We mogen van geluk spreken dat Luuk nog geen koorts had en de Texelse huisarts meedacht en ons met spoed naar een ziekenhuis in Groningen verwees (ipv Den Helder). Een bliksemsnelle repatriëring met eigen auto, dankzij de nog aanwezigheid van broer Fred en Jenny. Het UMCG (Luuk daar bekend als hartpatiënt) had geen plek, maar het Martini Ziekenhuis wel. Gevolg: op onze 50 jarige trouwdag ontwaakte Luuk aan een antibioticum infuus in het ziekenhuis en ik (geluk bij een ongeluk) thuis in eigen bed in Garmerwolde. Luuk bleef 19 dagen in het ziekenhuis, en na alle feestdagen, inclusief zijn 78e verjaardag op 1 januari, kwam hij 5 januari met draaginfuus weer thuis. Ik zou de eerste sportavond in Garmerwolde dus gemist hebben als er geen Corona-lockdown was. Door het ziekenhuisbezoek, in het begin tweemaal daags, later eenmaal daags (2x niet vol te houden, de Corona-angst liet anderen niet toe) kwam ik wel aan dagelijkse wandelingen toe. Gewoon door verder weg van het ziekenhuis te parkeren. Zo heeft elk nadeel zijn voordeel. Nu Luuk weer thuis is (de bacterie is al aardig ingetoomd, de ergste bedreiging- nestelen op hartkleppen en/of pacemaker- is niet gebeurd, volgens een PET, CT scan) schiet de dagelijkse wandeling erbij in. Wel lukte het mij om ook dagelijks Nederland in beweging mee te doen en zo langzamerhand gaat ook Luuk dat weer proberen, al is zo’n infuusslangetje met pomp en infuuszak in draagtas aan je lijf knap hinderlijk. De hometrainer gaat wel goed. Dat infuus moest nog tot 1 februari. Inmiddels bloed geprikt, internist/infectioloog gesproken (waarden goed en infuus verwijderd),  binnenkort weer bloedcontrole, en binnen zes weken weer een CT scan, om te zien of de bacterie echt helemaal verdreven is uit het bloed, want anders zou de ellende opnieuw kunnen beginnen na stoppen van de antibiotica. We hebben goede hoop dat het goed komt.


 

De lockdowntijd in wintertijd geeft ons gevoelsmatig de tijd en rust om het langzame herstelproces te accepteren. Straks, als het voorjaar wordt en het tuin- en bootjesseizoen weer begint zijn we er klaar voor (hopen we).

Tot zover Els.

 

Tot slot nog onze Nieuwjaarswens, ook al is het wat laat.

 


zaterdag 2 februari 2019

Rommel rapen op Rottumerplaat


Containerramp: rommel rapen op Rottumerplaat.
Tekst en foto’s: Els Knol-Licht

Vrijdagmiddag, 4 jan. 2019. Onze telefoon gaat. ‘Het is zover’, is de mededeling van WimD, bestuurslid van de Stichting Vrienden van Rottumeroog en Rottumerplaat (SVRR). Of ik morgenochtend om half acht op kan stappen op de ‘Harder’ in de Eemshaven. Maandag terug, hoe laat dat zal zijn is nog niet bekend. Slaapzak mee, en wat eterij voor de vaarochtend. Voor de rest wordt gezorgd. Er kan maar een klein clubje mee, een stuk of tien’, zegt Wim. Oh jee, ik moet zondag …, ik heb afspraken maandag …, helaas Wim, dat gaat niet lukken. En ik leg de telefoon neer. Niet lang er na bel ik hem weer op: ‘Wim, ik ga toch graag mee, weet je nog iemand die mij met de auto op kan pikken?’ Ik had snel bedacht dat ik mijn afspraken kon verplaatsen en thuis nog wel paar dagen gemist kon worden. Een ophaler bleek ook snel geregeld te kunnen worden.

En zo geschiedde.

Net als bijna iedereen, en zeker elke Wadvaarder, wist ook ik van de grote hoeveelheid containers die in de nacht van 1-2 januari boven de Waddeneilanden overboord waren geslagen vanaf het mega-containerschip ZOE.  En van de juttersinstincten die naarmate er meer spullen aanspoelden ontwaakten op de eilanden, van Vlieland tot en met Schiermonnikoog. De social media stonden er bol van, het journaal sprak erover, de beelden kwamen voorbij: een ramp. Op de eilanden, langs de waddenkust, overal schoten vrijwilligers te hulp. Ik had mij al afgevraagd hoe het er bij Rottumerplaat en -oog nu uit zou zien. Al tig jaren ben ik donateur van SVRR, ik zit in de redactie van ‘De Kaap’, dat tweejaarlijks verschijnt, doe af en toe mee aan een werkdag op ‘Oog’, deed in 2003 een werkweek op ‘Plaat’. In de loop der jaren ben ik ook met diverse organisaties (w.o. WaddenAdviesRaad; SVRR; Wadvaarders; St.Verdronken Geschiedenis) op dagexcursies of werkbezoeken mee geweest naar Rottumeroog,of -plaat of Simonszand. Op de ‘Boschwad’, vanuit Noordpolderzijl tot het daar te ondiep werd, daarna vanuit Lauwersoog. Meestal met schipper Louis de Jonge (Louis is helaas in jan’19 overleden) . Voor de SVRRwerkdagen met de Waddenunit van het Ministerie (tegenwoordig heet het weer LNV) vertrokken we aan boord van de ‘Harder’ vanuit de Eemshaven. Oog en Plaat zijn voor mij al enigszins bekend terrein geworden, ook al zijn ze verboden gebied, met alle magie van onbewoonde eilanden. Sinds mijn deelname aan de grootscheepse waddenoliebestrijdingsoefening in 2017 sta ik op de lijst van het SVRR crisis-interventieteam, vandaar het telefoontje. Dit kon ik niet laten lopen.

Voor wie er nooit geweest is: Rottumerplaat is een stuk groter dan Rottumeroog. Is de voogdenbehuizing van Rottumeroog in de loop der jaren verdwenen omdat het eiland afkalfde, op Rottumerplaat staan een aantal gebouwen verscholen aan het oosteinde van de duinkam, omringd door duin, met een duinovergang in het zuidoosten aan de wadkant. Met hoogwater kan een boot zoals de ‘Harder’ dichtbij komen in een geultje. Het laatste stukje moet per rubberboot worden afgelegd. Uitstappen met SVRR-lieslaarzen aan en je komt droog op het eiland, als je geluk hebt. Dan hoef je nog maar een tiental meters duinopgang over en je bent bij de Romneyloods, met daar achter een accommodatie van geschakelde stenen gebouwtjes uit 1950, waar zo’n 20 mensen kunnen verblijven, eten, toiletteren en slapen. Primitief, maar het nodige is er of wordt mee aangevoerd met de Waddenunit ‘Harder’. 
Zo was ook nu de proviandering voor twee dagen voor 12 man en 3 vrouw mee aan boord gekomen, verzorgd door SVRR vrijwilligster Catrientje, die vaker meegaat als kokkin. Op = op.
Het gezelschap vrijwilligers bleek naast Catrientje en mijzelf, te bestaan uit nog een (jonger) vrouwspersoon, Heleen, zus van  Erwin, vogelwachter op Rottumeroog, die als vrijwilliger van Staatbosbeheer mee was. Van SVRR-zijde waren er nog 8 heren, veelal senioren, waarvan de meesten goed bekend zijn met het wad als wadgids. Ik was de enige ‘Wadvarende’, met langjarige wadervaring. De professionals, de ‘Harder’-bemanning, bestond uit LNV-ers Freek Jan de Wal en Jan Kostwinner en SBB-er Henk Schrik.


Het tij was van dien aard, dat we die zaterdagochtend noordelijk van de Ra, onder ZuiderDuintjes langs naar de aanlandingsplek op de zuidoostpunt van Rottumerplaat konden koersen, soms met de hakken over de sloot .  ’s Middags na de lunch (de houtkachel was al opgestookt,  de soep al heet gegeten nadat ze was gemaakt met water meegebracht in jerrycans,) werd de helft van het gezelschap, gezeten op een plank in de bagagekar achter de tractor, door Freek Jan over het eiland naar het Noordzeestrand gereden, een koude hobbeltocht van ruim een half uur. Soms door een laagje slibbig water vrezend

dat we zouden blijven steken in onze eigen diepe sporen. Maar het ging. Het was grijs, miezerig weer -een graad of zes- en er stond gelukkig weinig wind. We waren voorzien van stevige plastic zakken en een voorraadje big bags, die door de Waddenunitbemanning boven de vloedlijn verspreid neergelegd waren op het eindeloos lijkende, met troep bezaaide, Noordzeestrand. Een immense klus wachtte ons. Waar te beginnen, wat te rapen? Eerst het meest schadelijke voor de natuur? De lichtste dingen, veelal piepschuim, eerst, voordat ze door een volgende hogere vloed of hardere wind verder op het eiland verspreid zouden worden? De natte matrassen waren sowieso niet te tillen, de fietsspatborden staken onze vuilniszakken stuk, de miljoen grijze plastic korreltjes op de vloedlijn waren onmogelijk te rapen. Dan maar wat wel kon. Kindersportschoentjes t/m maat 30 (helaas, mijn kleinkinderen zijn al groter); damesslippers bij overvloed (ook in mijn maat, maar niet mijn smaak); plastic zakken vol roze babyslofjes (zoals alles zwaar van water en zand); kunststof speelgoed: commando-uitrusting in een netje (helmpje, kogelvrijvest, mitrailleur, steekmes), ik gruw bij het zien ervan; namaak pluimgras in piepschuimpotten in plastic verpakt, gebundeld per drie (haast niet te tillen vanwege zand en water). Hilarisch, als het niet zo droevig was: de hoeveelheid in plastic verpakte, doorweekte dus zware rollen gekleurde afscheurbare schoonmaakdoekjes. We konden er de hele Plaat wel mee poetsen als we wilden. Oneindig veel kunststof kaarsen, we voetbalden ze op het laatst tot hoopjes, om ze dan geknield op te rapen en in de zak te mikken.

Onuitputtelijke hoeveelheid troep
De ene na de ander big bag werd gevuld, de tractor reed ondertussen af en aan met zwaar aangespoeld materieel, zoals compressoren, wie weet was dat nog van waarde. Wij bukten en raapten en sjokten en stopten na uren. En keken toen vermoeid en verlangend uit naar het moment dat wij weer van het strand gehaald zouden worden. Het begon al te schemeren, het miezerde bij tijd en wijle, stilstaan was geen optie, daar werd je koud van. Een opkikker kwam uit de rugtas van Aries. Hij deelde zijn nootrantsoen, een zak
vol vers gebrande noten, vrijdagmiddag nog gekocht op de markt in Groningen. Zo lekker heb ik/ hebben we ze niet eerder geproefd. Het zal tegen half zes zijn geweest dat we de tractorlichtjes aan zagen komen. Eindelijk terug naar de relatieve beschutting, de warme kachel en de in het vooruitzicht gestelde warme hap. Alleen duurde die terutocht lang, langer dan heen. Volle big bags werden vast opgepikt en hogerop gezet. We voelden de kou door de natte kleding heentrekken. Vingers verstijfden. De zee ruiste voort, bracht nieuwe spullen aan land. Er lag al genoeg voor morgen, en voor daarna en daarna. Daar wilden we nog niet aan denken.



De anderen hadden die middag, met lieslaarzen aan, geprobeerd lopend de geul aan de noordoostkant van het eiland over te steken, om daar aan de zeezijde de aangespoelde rotzooi te gaan opruimen. Dat oversteken zou op de heenweg niet droog gelukt zijn zonder de driewielbagagekar, die ook als bootje benut kon worden. Voortgeduwd door Jan K, die een droogpak aanhad. Het tij was zakkend, ook de ‘Harder’ stond aan het begin van de avond hoog en droog aan de wadkant.

In de leefruimte snorde de houtkachel, de waterleiding en elektriciteit werden op gang gebracht, etensgeur prikkelde de eetlust, de kratjes bier -waarbij ik me had afgevraagd wie nu zin in bier zou hebben op een dag vroeg in januari- waren niet voor niets mee: de lange uren in de zeelucht hadden ons dorstig gemaakt. Hoewel de vochtig-koude slaapkamertjes niet lokten zochten de meesten van ons bijtijds hun bed op. Zo niet de Waddenunit bemanning, die was nog tot laat bezig ervoor te zorgen dat we ’s nachts de wc konden doorspoelen en ‘s morgens warm konden douchen.

Ik sliep als een blok, ondanks de koude vochtige matras en dankzij twee slaapzakken, drie wollen dekens (een onder en twee boven) en tegen mijn gewoonte in ook met sokken aan. Had anders dan normaal veel moeite met het opstaan, en zeker om zeven uur in de winter. Dat warm genoeg slapen was niet iedereen gegeven, bleek ’s ochtends toen een van ons, blauw van de kou, tegen onderkoeling aan, rillend bij de houtkachel, weer op temperatuur trachtte te komen. Helaas had hij de extra dekens in de kast niet ontdekt.  Zijn tweede nacht verliep dus beter.

Die ochtend om negen uur zaten we, nu allemaal, op de kar; de natte kleding had ’s nachts gelukkig kunnen drogen in de warme Romneyloods. Regenkleding er bij aan, voorzover meegenomen: het miezerde weer, tegen de voorspelling in. Op het strand kregen we nieuwe instructies: alles zoveel mogelijk rapen en in de big bags doen, zodat we een voor het oog ‘schoon strand’ achter lieten.Net als dag eerder kwam er ook nu een inspectievliegtuig over. We zwaaien uitbundig. Ze speurden vooral naar containers. Hoewel het heen en weer rijden veel tijd vergde, zijn we tussen de middag wel terug gebracht naar de behuizing voor een warme lunch en even bijkomen. Het urenlang bukken, sjouwen en slepen ga je wel voelen. Gelukkig viel het met de kou relatief mee. En aan natte handen was niet te ontkomen. Alles wat je aanpakt is doorweekt, daar kan geen handschoen lang tegen (de mijne niet in ieder geval).


‘s Middags  -wat een wereld van verschil-  kierden af en toe zonnestralen door gaten in de bewolking. Wat is die wereld dan mooi: zand, duinen, zee, golven. Het deed mij extra genieten van het opgeruimde deel dat we gedaan hadden. Niet van het deel dat nog moest overigens, er lag nog zoveel, ook verderop. Te veel voor ons deze dagen.

Uiteindelijk hebben we aan het einde van de dag het resultaat vernomen: in totaal 32 gevulde big bags. De Waddenunit bemanning had het, na de boerenkool van die avond, nog lang druk  met het met de tractor te verplaatsen en veilig te stellen van alle big bags op een hoger deel van het eiland. Er werd maandagavond een noordwesterstorm verwacht, met springvloed. De ‘Harder’ werd die avond door Jan K., met hulp van Erwin, in het duister naar dieper water verlegd, zodat we met half tij en opkomend water weg zouden kunnen maandagochtend. Een nachtelijke belevenis, vooral op de rubberboot terug, zoekend naar de prikken, zo vertelde Erwin. En magisch: met een infrarood camera waren de van zeehonden op de bank naast het geultje te zien.


Maandag in de loop van de ochtend voeren we terug naar de Eemshaven, deels blij met ogenschijnlijk schone strand dat we hebben kunnen achterlaten, maar wetend dat er om elk hoekje, over elk duintje, nog zo veel ligt. Ook zoveel van die kleine plastic korreltjes, granulaat: kunststofbasis voor matrijzen, die plastic producten in serie uitpoepen. Gevreesd wordt dat vogels ze wel oppikken, maar niet uitpoepen.
het 
En op Rottumeroog was nog helemaal niet opgeruimd.

Dat gebeurde later die week, door professionals van Rijkswaterstaat en Staatsbosbeheer, ook op Plaat. Al met al zijn zo’n 50 big bags en nog een heleboel grotere stukken van deze eilanden gehaald en aan land gebracht. De tijd zal leren wat er met de rest gebeurt.

Komend seizoen, wie weet zelfs nog jarenlang, zal er ongetwijfeld nog her en der op het wad restanten te vinden zijn wat terug te voeren is op de containerramp. De bij Wadvaarders Berichten 103 verstrekte jute Wadvaardersjuttas zal er niet handig genoeg voor zijn, de Wadvaarders’houhetwadschoon’mentaliteit hopelijk wel. Het gaat toch het beste met een stevige plastic zak als je op een wadplaat wat vindt en mee wilt nemen aan boord om het aan wal netjes te dumpen.

Noot Els: SVRR jan'19 versie met foto's op www.rottumerplaat.org
1 feb 2019 geplaatst op www.wadvaarders.nl
Verkorte versie komt in Jaarboek 2019 van WSV Lauwerszee

Update:  6 feb 2019
Niet 291 maar minimaal 345 containers zijn overboord gegaan heeft de rederij van MSC ZOE gemeld. RWS heeft vele al kunnen lokaliseren, van de 2 'gifcontainers' is nog steeds geen enkel spoor teruggevonden.



zaterdag 12 januari 2019

Nieuwjaarswens

Een minimalistische terugblik op 2018
 Gezinsuitje Berlijn tgv Luuk 75

10 daagse rondrit IJsland samen

Grootgezin-week Tenerife herfstschoolvak'18

Het was een mooie lange warme waddenzomer in 2018

woensdag 23 mei 2018

Speelse zeehond

Ik voel me aangestaard
Een deel van de groep
Vaarseizoen 2018 is begonnen, het is een super mooie meimaand met veel warme dagen. Een aantal daarvan hebben we al kunnen benutten door Schiermonnikoog te bezoeken, jachthaven, en een dag/nacht 'achter' Engelsmanplaat geankerd in het Smeriggat, beschut tegen de oostenwind. We lagen in de buurt van SG 7 in het zicht van een kolonie zeehonden, honderd waren het zeker. Ze liggen er vooral te liggen want veel beweging hebben we er niet in gezien in het etmaal dat wij er lagen. Toch kregen we bezoek. Eerst van een zeehondje die bij ons roer kwam kijken, terwijl ik, een uur voor laagwater, met de bijboot naar de plaat geroeid was om daar wat rond te strunen, gewapend met fototoestel. Later kregen we een speelse, die met touw achter bijboot lol had en zich er in wikkelde. Gelukkig ook weer los. En opnieuw begon, steeds maar weer. Tot hij/zij weer verdween. Net als wij overigens, toen het tij weer hoog genoeg was om via het Wierumerwad en Paesensrede terug te keren naar de diepere Zoutkamperlaag.
Speels

Met bijboot naar Rif



Doorgezeild naar Schiermonnikoog. Nog geen overvolle haven zo vroeg in het seizoen. Dag fiets huren is het plan, het weer is er zeer geschikt voor, weinig wind. Nabij de haven zien we alweer lepelaars als de volgende ochtend het water weer komt. Het blijft fascineren, dat wisselwad



zondag 31 december 2017

2018

En graag tot ziens op het wad of elders varend

woensdag 13 september 2017

Terug van een achtweekse tocht vanaf Lauwersoog via Elbe, Noord-Oostzeekanaal naar Kiel, Schleimunde overgestoken naar Denemarken: en Noord Duitsland: Hiddensee, Stralsund, Rügen, Greifswalder  Bodden en weer terug naar het Duitse en Nederlandse wad.

donderdag 15 juni 2017

Goede vaart


vrijdag 4 november 2016

Sprookjesnacht in Poepegat

Mijn verhaal 'Sprookjesnacht in Poepegat" dateert uit de vorige eeuw en is geplaatst in het blad
Zeilen nr.4 van 1999
Omdat nu, anno 2016,  allerlei gebieden als DarkSky 'geroemd' en gepromoot worden, zoals Lauwersmeer en Boschplaat (Oost-Terschelling) waar je dan onder begeleiding naar toe kunt gaan als 'attraktie' of bijzonder evenement' heb ik bijna medelijden met de mensen die daar op intekenen. Garantie op een wolken- en windloze avond geven ze je er niet bij. Nog afgezien van het geluid dat mensen produceren als ze in groepen iets hopen te beleven.

Wij zijn bevoorrecht en verwend met ons veelvuldig verpozen op het wad op ons eigen bootje. En avonden zoals hier beschreven in 'Sprookjesnacht in Poepegat" zijn zeldzaam is onze ervaring in 40 jaar wadvaren.


dinsdag 21 juni 2016

Langste dag en nog maar weinig gevaren

Raar voorjaar geweest. Nog maar twee nachten en drie dagen op zout water gelegen, waarvan een nacht in de passantenhaven bij Lauwersoog en een nacht in jachthaven Schiermonnikoog. Dat was nog redelijk vroeg in het seizoen. Mooi weer dagen, nog fris in de wind.
De voorjaarswedstrijd op het wad, 21 mei, was voor ons een perfecte zeildag, goed bemand met Joske aan het roer, Jelle van Roon als sterke snelle Jelle die het platbodemvaren feilloos in de vingers heeft, goede wind en richting, zzw 5 met vlagen, tij hoofdzakelijk mee en geen hinder van tijzee. Vol tuig. Het liep als een trein. Dat er weinig tegenstand was kon de zeilpret niet drukken, we haalden eruit wat er in zat. Met zijn tweeen aan boord gebeurt dat niet zo gauw meer.
Deze fraaie foto van Weerlicht maakte Henk van der Leij, vz wedstrijdcie WSV Lauwerszee, vanaf het startschip

Inmiddels 21 juni, we hebben nog wel aan boord geslapen. In het Lustrumweekend van de 50jarige WSV Lauwerszee. Het laatste weekend van mei. Als lid van de lustrumcommissie daar een heel jaar naar toegeleefd. Gelukkig kunnen we zeggen dat het een geslaagd lustrum is geworden, het weer zat mee, droog, niet te warm, niet te koud, windje uit NO  en regelmatig de zon erbij. Uiteraard maakte ik weer veel foto's als lid van de fotocommissie van de club en verwerkte ze, hoewel ik ziek zwak en misselijk was (naweeen van te veel spanning?), nog met enige moeite tot een aantal webalbums om op www.lauwerszee.nl te zetten. Alsof ik aanvoelde komen dat het anders niet meer zou lukken.

Naar album 1 in Picasa
Naar album 2 in Picasa
Naar album 3 in Picasa
Naar album 4 in Picasa

Daarna werd aandacht en tijd opgeslokt door andere zaken. Eerst weer een 2e mailing de deur uit aan eigenaren van een Westerdijkzeeschouw voor de Westerdijk zeeschouwen Reunie die we samen met Carla-Otto uit Utrecht op poten hebben gezet en die 12-13 juli gaat plaatsvinden. Ondertussen werd het steeds duidelijker dat het leven van mijn moeder toch echt een eindig karakter begon te krijgen. Het laatste half jaar, sinds ze 101 was geworden zag je haar interen en wegkwijnen, pijn lijden en geheugen verliezen. Niet leuk om aan te zien, en het proces om huisarts en verzorging van die toenemende en weerkerende pijn te overtuigen omdat ik het niet meer aan kon zien kostte tijd, tijd waardoor ze in mijn ogen nodeloos langer heeft moeten lijden.
Op 8 juni is ze overleden, precies 101 en een half jaar oud.
1915 Truusje op arm van haar moeder,
Elisabeth Aletta Croese(-Lindeman)
Op 13 juni gecremeerd, een mooie afscheid, mede dankzij de inbreng van onze dochters.
Jikke Lisanne Minke Jesse Taeke
achterkleinkinderen
 Ik ben in 1944 vernoemd naar haar moeder, mooie naam vind ik nog steeds.

Tijdens afscheidsuurtje fotoserie vertoond in drie delen, fasen, van het leven van mijn moeder.

Nu moet het besef nog neerdalen dat ik haar nooit meer kan spreken, nooit meer kan maar ook nooit meer hoef te bezoeken, de dreigende wolk, die er toch jaren en jarenlang is geweest, wanneer zal het zover zijn, waar zijn we dan, is opgelost. Straks zijn we vrij. Eerst nog wat regelen en opruimen.